Er wordt gebruik gemaakt van twee "heuvels" in het terrein. Een heuvel is depotplaats en de andere is verdeelplaats van de verdovende middelen. Hier tussen ligt de grens. Aan het spel nemen drie partijen deel.
- de opsporingsdienst voor verdovende middelen (OH)
- de douane, die de grens bewaakt.
- de handelaren in verdovende middelen.
Verdeel de groep als volgt: de helft is handelaar, een vierde deel van de groep is opsporingsbrigade en een vierde deel wordt douane.
De handelaren proberen zoveel mogelijk "spul" via de grens over te brengen naar de verdelers, zonder gepakt te worden. De opsporingsdienst probeert zoveel mogelijk "spul" te onderscheppen", terwijl de douane de grensovergang bewaakt.
- de handelaren krijgen bij de start van het spel ieder een paspoort en verdovende middelen (meel of zo verpakt in lucifersdoosjes).
- de douane let alleen op grensovertredingen.
Wanneer een handelaar "gepakt" wordt, krijgt hij een proces-verbaal Hiervoor zet de douane een handtekening in het paspoort. Driemaal zo een proces-verbaal betekent dat de speler uit het spel is.
De opsporingsbrigade, jaagt alleen op de verdovende middelen en fouilleert daarom iedere handelaar die ze te pakken kunnen krijgen.
Als een douanier of een opsporingsambtenaar een handelaar dichter dan twee meter nadert, roept hij/zij "halt douane opsporingsambtenaar" en moet de handelaar blijven staan voor een fouillering of een proces-verbaal Als een handelaar "spul" beeft bezorgd, dan moet bij "leeg" weer via de grens naar het depot terug. Nu moet hij ook weer oppassen, want al heeft hij geen spul, hij kan wel door de douane gepakt warden. Nog spannender kan het worden door met de handelaren tactische afspraken te maken. Bijvoorbeeld door in groepjes te laten werken. Een aantal hebben "spul" bij zich, andere niet. De handelaren zijn dan stromannen, die de weg vrij moeten maken voor de echte handelaren.