In het terrein worden een aantal lawaaimakers verstopt. Er kunnen geluiden worden gemaakt met de volgende materialen:
- een bel
- een ratel
- een toeter
- een trom of iets dergelijks
- een aantal blikken
- een draaisirene.
Op teken van de spelleider maken deze lawaaimakers zoveel mogelijk herrie met hun instrumenten. De lawaaimakers hebben een viltstift, iedere lawaaimaker weer een andere kleur.
Als de spelers het lawaai horen, is dat het startsein om zo snel mogelijk de zes verschillende geluiden op te sporen. Als een speler de plaats heeft gevonden waar een geluid vandaan komt, krijgt hij van de lawaaimaker een streepje op de handpalm met de gekleurde viltstift. Wie heeft het eerst alle lawaaimakers gevonden? Oftewel wie heeft het eerst de streepjes op zijn handpalm staan. Dit spel is moeilijker te waken door: de lawaaimakers in een bepaalde vastgestelde volgorde te vinden. Of het accent leggen op snelheid; in plaats van gekleurde strepen krijg je een gekleurd cijfer. Er zijn zoveel cijfers als deelnemers. Wie als eerste bij een lawaaimaker aankomt krijgt 1 punt, de tweede 2 punten etc. Wie heeft het minste punten?
