Bij dit spel gaat het erom kleuren vanuit een centraal punt te zoeken, die zijn verborgen (verpakt in sigarendoosjes). In een straal van circa 25 meter worden in totaal 12 sigarendoosjes verstopt. In de doosjes zitten papiertjes, evenveel als er spelers zijn.
Op de papiertjes zijn voorstellingen getekend in vier verschillende kleuren. Dus drie doosjes met rode voorstellingen, drie met groene, drie met blauwe en drie met zwarte. De kleur voorstellingen horen bij elkaar. Elke speler zoekt de 12 doosjes verzamelt uit ieder doosje 1 papiertje. Bij het centrale punt krijgt elke speler een karton waarop hij de 12 papiertjes me plakken. Kleur bij kleur. Naast ieder papiertje moet de begin letter van de voorstelling gezet worden. Bijvoorbeeld op een papiertje is een rok getekend; zet dan de letter R ernaast. De spelers moeten zo proberen met de vier kleuren een woord te maken. De beginletters van de woorden moeten dus een woord vormen.